De naam 'Jerusalem' is in Venray al sinds 1467 bekend, omdat hier in dat jaar onder invloed van de Moderne Devotie een klooster werd gesticht onder die naam. De nonnen leefden van het kopiëren van boeken, het weven van doeken en het opvoeden van meisjes. Zij vormden in Venray de enige instantie die, naast de Latijnse School, onderricht mocht geven. In 1802 werd dit klooster opgeheven op last van Napoleon. De toenmalige rector verkocht het gebouw in 1810 en bleef er tot zijn dood wonen, samen met de overgebleven nonnen. Toen hij in 1835 stierf, had hij het gebouw en alles wat ertoe behoorde bij testament nagelaten aan de Sint Petrus' Bandenkerk onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat het, zo gauw dat wettelijk mogelijk was, weer in dienst moest worden gesteld van de opvoeding van meisjes.
In 1838 was het zover. Omdat Venray toen (tijdelijk) onder het gezag van de katholieke Belgische regering stond, mocht er weer een klooster worden gesticht. De pastoor van Venray had al in 1835 aan de pastoor van Tildonk (België) verzocht om enkele zusters uit zijn nieuw gestichte congregatie van ursulinen naar Venray te sturen. Op 27 september 1838 arriveerden acht jonge zusters in een huifkar in Venray en begonnen met de opbouw van het nieuwe Jerusalem. De zusters Ursulinen van Tildonk wisten van het nieuwe Jerusalem een in heel katholiek Nederland (en daarbuiten) bekend meisjespensionaat te maken.
In 1915 hebben zij het eerste rooms-katholieke meisjesgymnasium van Nederland opgericht en in 1928 een middelbare meisjesschool.
Op 14 oktober 1944 ontstond door het oorlogsgeweld een enorme brand op het klooster. In de kelders bevonden zich honderden evacueerden uit Overloon en Maashees. De brand noodzaakte deze mensen elders een onderkomen te zoeken. De hele dag werd er gevochten rondom Venray en granaten sloegen in op het klooster. Er werden ongeveer 50.000 granaten vanaf Overloon afgevuurd. De vechtende troepen waren de volgende dag tot op een afstand van 5-10 minuten genaderd. De mitrailleurs kogels ketsten tegen de muren en een granaatregen kwam ononderbroken van ’s morgens 6 tot 11 uur over het klooster heen. De schoorsteen van de bakkerij viel door het dak van de kapel en het gevolg was een gat in de vloer. Een lichte bom vernielde het gewelf boven het priesterkoor, een andere sloeg een stuk uit de hoek van het trappenhuis van de afdeling van de kleintjes. Hevige tankgevechten werden geleverd in de straat achter de tuin. ’s Middags tegen 12 uur werd de parochiekerk opgeblazen door Duitse troepen. In de loop van die week verscheen in een nacht onverhoeds een overvalcommando van Duitsers en haalden alle radio’s weg. Venrayse burgers hadden de opslagplaats kort voor de bevrijding nog verraden.
17 en 18 oktober bracht de bevrijding, maar ook nog vele angstige uren. Al in de vroege morgen verschenen een tiental Duitse soldaten die huis en tuin doorliepen en langs de kanten landmijnen legden. Kort daarna ontdekte personeel brand in de kamer. Met alle macht werd geblust en werden brandende voorwerpen naar buiten gegooid. Toen verschenen de eerste Engelsen, maar de bewoners moesten door de vernielingen alsnog alles verlaten. Zij vonden tijdelijk een ander onderkomen op het kamp tussen Deurne en Liesel.
Na de oorlog werd het klooster herbouwd. In 1968 werden het gymnasium en de middelbare school samengevoegd tot de R.K. Scholengemeenschap Jerusalem. De Venrayse kloostergemeenschap der ursulinen werd in de jaren 1970 opgeheven bij gebrek aan roepingen. Het na de oorlog vernieuwde kloostergebouw werd in 1974 verkocht aan de gemeente Venray, die het verbouwde tot gemeentehuis.
In 1995 werd ook de school opgeheven ten gevolge van een grootscheepse reorganisatie van het onderwijs in de regio Horst-Venray. Het grootste deel van de directie en het docentenkorps van Jerusalem ging over naar het nieuw gestichte Dendron College in Horst.
De naam Jerusalem leefde daarna nog enige jaren voort in het Kunstencentrum Jerusalem (dans-, muziek-, schilder-, teken-, theateronderwijs), dat gevestigd was in het vroegere schoolgebouw van Jerusalem. Na stopzetting van de subsidie werd dit kunstencentrum in 2017 opgeheven, maar snel weer in gebruik genomen door dansscholen en enkele andere culturele organisaties.
In de tuin tussen het gemeentehuis en het cultureel centrum vind je nog altijd de begraafplaats van de Ursulinen. Voor het gemeentehuis ligt 'De Engelse Tuin' een klein parkje met hedendaagse kunst.
Adres: Raadhuisstraat 1, 5801 MB Venray / Heuvelstraat 4, 5801 XZ Venray